4 Bevorderings- en slagingsregeling |Bevorderingsnormen

Bevorderingsnormen

Algemene opmerkingen onderbouw

  • De rapportvergadering wordt gevormd door de teamleider, mentor, de leraren die de leerling les geven en een vertegenwoordiger van het Team Ondersteuning Fioretti;
  • Vanuit de rapportvergadering komt er een advies. Indien er geen eenduidig besluit kan worden genomen, dan beslist de teamleider naar welke leerweg de leerling overgaat. 
  • Bij die beslissing spelen de rapportcijfers een rol, maar ook: gedrag, werkhouding, inzet, capaciteiten, sociaal-emotionele ontwikkeling en langdurige absentie;
  • De leerling haalt binnen vier (of hooguit) vijf jaar een vmbo-diploma. Het extra jaar kan een leerling gebruiken om een tweede vmbo-diploma te halen. Leerlingen met een basisberoeps (bb) diploma kunnen dan een kaderberoeps (kb) diploma behalen (binnen hetzelfde profiel);
  • Bij het tweede rapport van klas 1, 2 en 3 geeft de vergadering een dwingend advies over de leerweg. De leerling zal daarbij begeleid worden;
  • Bij het laatste rapport van het schooljaar wordt, na advies van de rapportvergadering door de teamleider beslist over de bevordering. Ouders worden doorlopend op de hoogte gehouden van de cijfers door middel van het cijferregistratiesysteem Magister. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders en de mentor samen om tussentijds te overleggen, indien de cijfers of het gedrag daartoe aanleiding geven;
  • Een 5,4 of lager telt als 1 onvoldoende; een 4,4 of lager telt als 2 onvoldoendes;
  • Tegen een besluit tot afwijzing tot een volgend leerjaar kan binnen vijf werkdagen, nadat het besluit aan de kandidaat is medegedeeld, schriftelijk bezwaar worden gemaakt bij de locatiedirecteur;
  • De locatiedirecteur beoordeelt of het normenstelsel juist is gehanteerd en of de besluitvormingsprocedure zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De locatiedirecteur besluit binnen één werkweek na ontvangst van het bezwaarschrift. Indien de locatiedirecteur het bezwaar gegrond vindt, vernietigt de locatiedirecteur, schriftelijk en met redenen omkleed het besluit, neemt een nieuw besluit en geeft een terugkoppeling aan de lesgevende docenten.

Berekening van het rapportcijfer leerjaar 1 en 2

  • Een proefwerk telt 3 keer, een overhoring telt 1 keer;
  • Bij een werkstuk, spreekbeurt, practicum e.d. stelt de vakgroep of het leergebied vast hoe vaak een beoordeling daarvan telt;
  • Het rapportcijfer van een vakgroep of leergebied is het gemiddelde van alle behaalde cijfers tot dat moment. Het gemiddelde cijfer wordt niet afgerond;
  • In leerjaar 1 en 2 wordt vanaf het begin van het schooljaar gewerkt met een voortschrijdend gemiddelde tot aan het einde van het schooljaar.

Bevorderingsnormen van leerjaar 1 naar leerjaar 2 in dezelfde leerweg

  • Voor de leergebieden/vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur moeten leerlingen gemiddeld een 6,0 (niet afgerond) of meer behalen;
  • Voor deze leergebieden/vakken mag maximaal 1 onvoldoende gehaald worden (5,4 of lager is onvoldoende);
  • Kunst & Cultuur (Beeldende Vorming en Muziek) en Bewegen & Sport moeten voldoende of hoger worden afgesloten. Bij een onvoldoende vak (5,4 of lager is onvoldoende), moet de leerling tijdens de terugkomdagen een extra opdracht maken om aan de overgangsnormen te voldoen;
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn.

Als de leerling niet voldoet aan deze normen, bespreekt het docententeam tijdens de overgangsvergadering of de betreffende leerweg wel geschikt is voor hem/haar en of een overstap naar een andere leerweg passender is. Indien er geen eenduidig besluit kan worden genomen beslist de teamleider naar welke leerweg de leerling overgaat.


Bevorderingsnormen van leerjaar 1 naar leerjaar 2 in een hogere leerweg

  • Voor alle leergebieden/vakken moet in principe een 7,5 of hoger behaald worden en moet de lerarenvergadering er van overtuigd zijn dat het niveau van de hogere leerweg haalbaar is;
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn.

Overstap naar HAVO gebeurt bij voorkeur einde leerjaar 1 of einde MAVO leerjaar 4 na behalen diploma. Overstap naar HAVO einde leerjaar 1 wordt bepaald bij het tweede rapport. Bij een positief advies krijgt die leerling voor de laatste periode extra werk Frans en wiskunde.


Bevorderingsnormen van leerjaar 2 bb of kb naar leerjaar 3 in dezelfde leerweg

De leerling basisberoeps (bb) of kaderberoeps (kb) gaat over naar het volgende leerjaar als hij/zij aan de volgende normen voldoet:

  • De leergebieden/vakken Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur moeten gemiddeld 6,0 (niet afgerond) of meer zijn en ze mogen maximaal 2 getelde onvoldoendes bevatten. Een 5,4 of lager telt als 1 onvoldoende; een 4,4 of lager telt als 2 onvoldoendes;
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn;
  • Het vak Duits moet voldoende of hoger zijn. Bij een onvoldoende (5,4 of lager), moet de leerling alsnog aan een vervangende opdracht voldoen tijdens de terugkomdagen.
  • Het vak Duits, Kunst & Cultuur (Beeldende Vorming en Muziek) en Bewegen & Sport moeten voldoende of hoger worden afgesloten. Bij een onvoldoende vak (5,4 of lager is onvoldoende), moet de leerling tijdens de terugkomdagen een extra opdracht maken om aan de overgangsnormen te voldoen;

Als de leerling niet voldoet aan deze normen, bespreekt het docententeam tijdens de overgangsvergadering of de betreffende leerweg wel geschikt is voor hem/haar en of een overstap naar een andere leerweg passender is. Indien er geen eenduidig besluit kan worden genomen beslist de teamleider naar welke leerweg de leerling overgaat. 

 

 

 

Bevorderingsnormen van leerjaar 2 naar leerjaar 3 in een hogere leerweg

  • Voor alle leergebieden/vakken moet een 7,5 of hoger behaald worden en moet de lerarenvergadering er van overtuigd zijn dat het niveau van de hogere leerweg haalbaar is;
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn.

Bevorderingsnormen van leerjaar 2 mavo naar leerjaar 3 mavo

De leerling gaat over naar leerjaar 3 MAVO als hij/zij aan de volgende normen voldoet:

  • Nederlands, Engels, Wiskunde, Duits, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur gemiddeld  6,0 (niet afgerond) of hoger zijn; (een 5,4 of lager telt als 1 onvoldoende; een 4,4 of lager telt als 2 onvoldoendes).
  • Duits, Mens & Maatschappij en Mens & Natuur mogen maximaal één onvoldoende bevatten; (een 5,4 of lager telt als 1 onvoldoende; een 4,4 of lager telt als 2 onvoldoendes).
  • Kunst & Cultuur (Beeldende Vorming en Muziek), Dienstverlening & Producten, Technologie & Toepassing en Bewegen & Sport moeten voldoende of hoger worden afgesloten. Bij een onvoldoende vak, moet de leerling tijdens de terugkomdagen een extra opdracht maken om aan de overgangsnormen te voldoen;
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn;

Als de leerling niet voldoet aan deze normen, bespreekt het docententeam tijdens de overgangsvergadering of de betreffende leerweg wel geschikt is voor hem/haar en of een overstap naar een andere leerweg passender is. Indien er geen eenduidig besluit kan worden genomen beslist de teamleider naar welke leerweg de leerling overgaat.

Algemene opmerkingen bovenbouw

  • De rapportvergadering wordt gevormd door de teamleider, mentor, de leraren die de leerling lesgeven, waarbij advies gevraagd kan worden aan een vertegenwoordiger van het Tof-team door de vergadering;
  • Bij die beslissing spelen de rapportcijfers een rol, maar ook: gedrag, werkhouding, inzet, capaciteiten, sociaal-emotionele ontwikkeling en langdurige absentie;
  • De leerling haalt binnen vier (of hooguit) vijf jaar een vmbo-diploma. Het extra jaar kan een leerling gebruiken om een tweede vmbo-diploma te halen. Leerlingen met een basisberoeps (bb) diploma kunnen dan een kaderberoeps (kb) diploma behalen (binnen hetzelfde profiel);
  • Bij het tweede rapport van klas 1,2 en 3 geeft de vergadering een dwingend advies over de leerweg. De leerling zal daarbij begeleid worden;
  • Bij het laatste rapport van het schooljaar wordt, na advies van de rapportvergadering door de teamleider beslist over de bevordering. Ouders worden doorlopend op de hoogte gehouden van de cijfers door middel van het cijferregistratiesysteem Magister. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders en de mentor samen om tussentijds te overleggen, indien de cijfers of het gedrag daartoe aanleiding geven;
  • Tegen een besluit tot afwijzing tot een volgend leerjaar kan binnen vijf werkdagen, nadat het besluit aan de kandidaat is medegedeeld, schriftelijk bezwaar worden gemaakt bij de locatiedirecteur;
  • De locatiedirecteur beoordeelt of het normenstelsel juist is gehanteerd en of de besluitvormingsprocedure zorgvuldig heeft plaatsgevonden. De locatiedirecteur besluit binnen één werkweek na ontvangst van het bezwaarschrift. Indien de locatiedirecteur het bezwaar gegrond vindt, vernietigt de locatiedirecteur, schriftelijk en met redenen omkleed het besluit, neemt een nieuw besluit en geeft een terugkoppeling aan de lesgevende docenten.

 

Bevorderingsnormen van leerjaar 3 naar leerjaar 4

In het Examenreglement van onze school wordt verwezen naar de bevorderingsnorm van klas 3 naar klas 4. Hieronder is deze opgenomen. Daarbij is ook aangegeven hoe er gehandeld wordt bij de overstap van de kaderberoepsgerichte leerweg naar de basisberoepsgerichte leerweg. De voortgang van de leerling is altijd het uitgangspunt, hier ligt gedurende het gehele schooljaar bij de besprekingen en de coachgesprekken de nadruk op.

Van de onderstaande bevorderingsnormen kan, in het belang van de leerling, door de vergadering worden afgeweken. Indien de lerarenvergadering er niet uitkomt beslist uiteindelijk de teamleider.

 

Bevorderingsnormen leerjaar 3 bb of kb naar leerjaar 4 in dezelfde leerweg

De leerling basisberoeps (bb) of kaderberoeps (kb) gaat naar de volgende klas in dezelfde leerweg als hij/zij aan de volgende normen voldoet:

  • In het profiel Techniek: voor Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuur/Scheikunde 1, Maatschappijleer en het profielvak tenminste 36 punten;
  • In het profiel Economie: voor Nederlands, Engels, Wiskunde, Economie, Maatschappijleer en het profielvak tenminste 36 punten;
  • In het profiel Zorg & Welzijn kaderberoeps: voor Nederlands, Engels, Biologie, Wiskunde, Maatschappijleer en het profielvak tenminste 36 punten;
  • In het profiel Zorg & Welzijn basisberoeps: voor Nederlands, Engels, Biologie, Maatschappijleer en het profielvak tenminste 30 punten;
  • De vakken Kunstvakken 1 en Lichamelijke Opvoeding moeten met een voldoende zijn afgesloten;
  • Het handelingsdeel (oriëntatie op studie en beroep) moet met een voldoende zijn afgesloten;
  • De Maatschappelijke Stage moet met een voldoende zijn afgesloten.
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn;

Als de leerling niet voldoet aan deze normen, bespreekt de rapportvergadering naar welke leerweg hij/zij overgaat. Het besluit van de teamleider is bindend.

  • Als de rapportvergadering besluit dat de leerling overstapt van kb naar bb, worden de toetsen opnieuw beoordeeld op basisniveau. Alleen de onderdelen die in het PTA van basisberoeps beschreven staan, worden opnieuw beoordeeld. Onderdelen die de leerling mist worden alsnog afgetoetst.
  • Als de rapportvergadering besluit dat de leerling overstapt van bb naar kb, worden de toetsen opnieuw beoordeeld op kader niveau. Alleen de onderdelen die in het PTA van kaderberoeps beschreven staan, worden opnieuw beoordeeld. Onderdelen die de leerling mist worden alsnog afgetoetst.
  • Als de rapportvergadering besluit dat de leerling overstapt van kb naar mavo; worden de toetsen opnieuw beoordeeld op mavoniveau.  Alleen de onderdelen die in het PTA van kaderberoeps beschreven staan, worden opnieuw beoordeeld. Onderdelen die de leerling mist worden alsnog afgetoetst. Tevens dienen vakken die niet gevolgd zijn op kader, en noodzakelijk zijn voor het behalen van een Mavodiploma, volledig ingehaald worden.

Er wordt altijd beoordeeld of de leerling aan de eisen van het programma van de betreffende leerweg voldoet.

De rapportvergadering kan adviseren het Leerwerktraject (LWT) te gaan volgen. De leerling kan dan uiteindelijk een bb-diploma behalen, op basis van de cijfers die hij/zij behaalt in klas 4.

 

Bevorderingsnormen mavo leerjaar 3 naar mavo leerjaar 4

De leerling gaat in de mavo met Dienstverlening & Producten of Technologie & Toepassing en 6 AVO vakken over naar de volgende klas in dezelfde leerweg als hij/zij aan de volgende normen voldoet:

  • In het profiel mavo Techniek: voor Nederlands, Engels, Wiskunde, Natuurkunde, Maatschappijleer, D&P/T&T en één gekozen examenvak tenminste 42 punten;
  • In het profiel mavo Economie: voor Nederlands, Engels, Wiskunde, Economie, Maatschappijleer, D&P/T&T en één gekozen examenvak tenminste 42 punten;
  • In het profiel mavo Zorg & Welzijn: voor Nederlands, Engels, Biologie, Wiskunde, Maatschappijleer, D&P/T&T en één gekozen examenvak tenminste 42 punten;
  • De vakken Kunstvakken 1 en Lichamelijke Opvoeding moeten met een voldoende zijn afgesloten; 
  • De niet gekozen vakken moeten gemiddeld een 6.0 of hoger zijn en mogen maximaal één onvoldoende bevatten;
  • De Maatschappelijke Stage moet met een voldoende zijn afgesloten.
  • Bij de competenties moet een positieve ontwikkeling zichtbaar zijn;

Als de leerling niet voldoet aan de normen bespreekt de rapportvergadering naar welke leerweg hij/zij overgaat. In de mavo kan hij/zij niet overgaan naar kb of bb klas 4. Als hij/zij niet overgaat, moet hij/zij vooraan in klas 3 beginnen. Het besluit van de teamleider is bindend.

 

Volgen achtste vak

In mavo leerjaar 4 is het voor de gemotiveerde leerling mogelijk als extra vak Duits of scheikunde te volgen. Deze optie bieden we aan om een betere doorstroom naar de havo dan wel het ROC te verwezenlijken.

In het vak Duits wordt examen afgelegd en dit kan hierdoor meetellen als achtste vak in de slaag- en zakregeling. Een leerling mag het vak Duits als achtste vak volgen als er in leerjaar 3 voor dit vak minimaal het cijfer 7.0 (niet afgerond) is behaald. In het vak scheikunde kan geen examen afgelegd worden en dit kan hierdoor ook niet meetellen in de slaag- en zakregeling. Een leerling mag het vak scheikunde volgen als er in leerjaar 3 voor het vak natuurkunde minimaal het cijfer 7.0 (niet afgerond) is behaald. Beide vakken staan voor 1 uur per week op het rooster.

Terug naar de inhoudsopgave